Hoe maak je een beplantingsplan? 6 stappen & 6 gouden tips!
Vorige week was ik met mijn zusje aan het appen en ze vertelde mij dat ze graag haar eigen beplantingsplan wilde ontwerpen. Super stoer! Want een beplantingsplan maken is niet makkelijk, zeker niet wanneer je niet helemaal bekend bent met planten. Je kan het vergelijken met het maken van een woordpuzzel zonder enige woordenschat. Waar begin je in vredesnaam aan... Zou je denken. Toch is mijn zusje de uitdaging aangegaan.
Ik gaf haar een paar handige, simpele tips om het creatieve proces op gang te brengen. En ja hoor, weg was ze. You go girl!
In mijn boek heb ik drie beplantingsplannen uitgewerkt die je kunt toepassen in de tuin, maar wanneer jij zelf graag aan de slag wilt gaan met een eigen plan, dan zou deze blog nog wel eens van pas kunnen komen. In het artikel staat een 6-delig stappenplan waarin ik uitleg hoe je begint en eindigt met een ontwerp van een beplantingsplan. Ik noem daarbij nog 6 extra gouden tips zodat jij iets kunt creëren wat helemaal eigen is.
Succes!
STAP 1 | Bedenk de sfeer die je graag wilt bereiken
Wanneer ik begin aan een ontwerp voor een beplantingsplan, bedenk ik eerst wat voor soort sfeer ik wil bereiken. Er zijn heel veel soorten sferen waar je uit kunt kiezen; Dromerig, statisch, weelderig, rustig, warm etc. etc. Swipe maar eens door de foto's hieronder om te zien hoe makkelijk dit is. Je kunt eindeloos creatief zijn met planten. Daarnaast kun je ook bedenken in wat voor soort kleuren samenstelling je wilt werken. Paars-wit-blauw of roze-lila-paars. Misschien wil je alleen maar wit bloeiende planten of wil je juist een border waar bijna geen kleur in voorkomt. Alles kan! Het is jouw feestje.
Wanneer je een keuze in sfeer hebt gemaakt, kan je de planten gaan uitkiezen die daarbij passen. In mijn boek heb ik een lijst met planten samengesteld waaruit je kunt kiezen. Deze lijst is alvast gefilterd op kwalitatief goede planten. Je hoeft zelf niet meer na te denken of deze planten sterk zijn of woekeren en zaaien (en mochten ze dit wel doen, dan staat dit aangegeven). In het boek kun je aankruisen welke planten je graag wilt gebruiken voor je plan.
TIP 1: Kies hetzelfde aantal verschillende planten als het aantal vierkante meters van je border. Heb je 10 m2 om te ontwerpen, kies dan 10 verschillende planten. Heb je 20 m2, kies dan 20 verschillende planten. Heb je 30 m2, schakel dan een tuinarchitect in ;) Zodra je weet hoeveel planten in je plan passen, maak dan een verdeling in bloeitijd. Bij 10 soorten planten kun je kiezen voor 3 voorjaarsbloeiers, 3 zomerbloeiers en 4 herfstbloeiers waarvan 2 of 3 siergrassen. Bij 20 soorten planten maak je dezelfde verdeling. Ben je mee?
STAP 2 | Teken een grid
Een plan tekenen kan op allerlei manieren. Op de computer, iPad of gewoon lekker met pen en papier. Kies een manier uit waarbij jij je comfortabel voelt. Dat is het belangrijkste. Zodra je jouw tekenmethode hebt gekozen, begin je met het tekenen van een grid. Dit houdt simpel weg in dat je horizontale en verticale lijnen gaat trekken waardoor er vakjes ontstaan.
TIP 2: Teken in schaal 1:50. Dit betekent dat je vakjes van 2 bij 2 cm tekent. In werkelijkheid is zo'n vakje dan 1 meter.1:50 is een handige schaal om mee te werken omdat het plan op papier dan niet te groot en niet te klein is. Een geodriehoek is een handige tool om dit netjes te doen.
STAP 3 | Teken je plantenvak in het grid
Stap de tuin in met je rolmaat onder je arm en meet hoe groot je planten vak is (mocht je dit nog niet precies weten). In het voorbeeld heb ik een organische border getekend. Nu is goed zichtbaar hoe groot het plantenvak is; iets breder dan 3 meter en bijna 5 meter lang. Appeltje eitje.
STAP 4 | begin met puzzelen
Met je plantenlijst naast je kun je aan de slag met het intekenen van de planten. Teken eerst in potlood zodat je planten van plaats kun veranderen wanneer je een keuze hebt gemaakt die niet bevalt, of wanneer je een planten vak uiteindelijk groter of kleiner wilt maken. Schrijf de naam van de plantensoort in het vak. Naast de naam is het ook handig om de hoogte van de plant in het vak te schrijven. Zo zie je goed wanneer hoogtes bijvoorbeeld teveel van elkaar verschillen of dat ze juist te dicht bij elkaar liggen. Je wilt niet allemaal planten van 50 cm hoog, of allemaal planten van 30 cm hoog en ineens een plant van 150 cm hoog ertussen. Er moet een mooie balans zijn.
TIP 3: Zorg dat de planten die aan elkaar grenzen van structuur in blad én bloemvorm verschillen. Dit is nog belangrijker dan de bloemkleur of bloeitijd. Wanneer je dit weet te bereiken heb je gegarandeerd succes. Google de planten wanneer je niet goed weet hoe de bladstructuur eruit ziet.
TIP 4: Zorg voor herhaling. Herhaal elke groep met planten minstens 2 keer of 3 keer. Bij een groter plan mag dit zelfs 5 of 7 keer zijn.
STAP 5 | Maak je border extra spannend!
Even uitgaande van een border van 10 m2 en dus 10 verschillende planten waarin in elk seizoen ongeveer 3 verschillende planten bloeien, wil je misschien toch nog iets éxtra's. Dit is een goed moment om 'strooiplanten' toe te voegen. Dit zijn planten die als individu tussen de groepen planten worden geplaatst. Het is mooi om de groepen te doorbreken met strooiplanten. Hierdoor komt het natuurlijke effect nog beter tot zijn recht.
TIP 5: Er zijn verschillende soorten strooiplanten waaruit je kunt kiezen. Een goed voorbeeld zijn bijvoorbeeld zomer bloeiende bloembollen zoals Allium. Zij nemen weinig ruimte in beslag, maar hebben een groots effect. Je kunt ook kiezen voor planten die heel lang bloeien zoals Gaura, Verbena bonariensis (die wel heel erg zaait, houd daar rekening mee) of een mooie Geranium. Je kunt ook voor een bijzonder siergras zoals Stipa pseudoichu kiezen.
STAP 5 | Finishing touch
Om het ontwerp van het beplantingsplan voor jezelf extra duidelijk te maken, kun je de plantenvakken inkleuren. Doe dit met kleuren die refereren naar de bloemkleur. Zo is mooi zichtbaar hoe het kleurenpalet van het plan eruit komt te zien.
TIP 6: Er is niks zo makkelijk als iemand nadoen. Maar wanneer je echt iets wilt leren, neem dan de moeilijke weg. Kies voor planten en planten combinaties die jíj mooi vindt, hoe gek ze misschien ook lijken. Misschien is je resultaat wel verbluffend en blijkt het ineens dat je een supertalent hebt voor dit vak. Niks is fout, alles is goed!
STAP 6 | Plantenaantallen
Ben je helemaal tevreden over je tekening? Dan wordt het tijd dat je de aantallen van de planten gaat bepalen. In het boek staat bij elke plant hoeveel planten per vierkante meter je nodig hebt (deze aantallen zijn gebaseerd op de groeikracht van de plant). Geef dit voor de zekerheid nog een keertje aan op de tekening. Schrijf met voorkeur de aantallen met een andere kleur in de plantenvakken en tel de aantallen bij elkaar op. Maak uiteindelijk een lijstje naast het beplantingsplan met de planten soorten en de aantallen, et voila, je bent klaar.
Waar je het beste je planten kunt kopen, hoe je je planten uitzet en inplant en hoe je uiteindelijk het plan onderhoud lees je allemaal terug in het boek. Mocht je deze al hebben, dan ben ik helemaal blij. Heb je het boek nog niet, dan kun je deze hier bestellen :)
Als laatste wil ik graag nog even zeggen dat ik het super vind dat je deze blog leest en dat je hoogst waarschijnlijk de moeite wilt nemen om een klein stukje natuur te creëren waar niet alleen jij gelukkig van wordt, maar ook het buitenleven. Wanneer je een beplantingsplan ontwerpt dan bouw je een verblijf plek, een voedselvoorziening en een schuilplaats voor veel insecten, vogels, kleine amfibieën en zoogdiertjes. Ze zullen heel blij zijn met jouw inzet.
Heel veel tuingeluk gewenst, geniet ervan!
Liefs,
Linda
Super leuk geschreven en hele handige tips om een beplantingsplan te maken, djw